Een van de weinige echte vissermannen die ons dorp nog rijk is, is niet meer. Ome ‘Jan Job’ Kes. Het grootste gedeelte van zijn werkende leven heeft hij op zee doorgebracht. Dat heeft hem gevormd en dat liet hij nog altijd dikwijls horen en merken. Ome Jan had ook een stem die door de zee gevormd was. Deze stem kon vaak bulderen (althans, zo heb ik het als heel klein ventje ervaren), maar hij kon ook prachtig zeemansliederen zingen.

Oppassen op een kwajongen

Ome Jan was een man waar ik als kleine jongen een beetje bang voor was, vanwege zijn gestalte en zijn manier van doen en praten. Maar hij had ook iets aandoenlijks en liefs, en hij kon lachen alsof het een klein ventje was die kattekwaad uithaalde. Die lach ga ik nooit meer vergeten. Ik denk ook dat hij het daarom prachtig vond om op onze kwajongen Sven op te passen, toen die rond de 2, 3 jaar oud was. En oude en een jonge bengel. Ondanks de broze gezondheid van zowel mijn oom als tante was het nooit een probleem om Sven daar een paar uurtjes te brengen. En Sven was lang niet de enige die deels opgegroeid is aan de Plutostraat.

Glasaal Volendam

De laatste jaren hadden wij vooral een band doordat ik me bezig hield met een project: Glasaal Volendam. Ome Jan is er namelijk als echte visserman altijd van overtuigd geweest dat het NOOIT zou gaan lukken. ‘Die beestjes zijn niet te kweken.’ Ik kreeg dan altijd het laatste nieuws uit ‘Visserijnieuws’ om mijn oren geslingerd en vond het prachtig om er tegen in te gaan en een stuk van zijn passie te delen.

Omdat ik ook best wel eigenwijs ben, zei ik steevast dat hij het nog mee zou gaan maken dat het zou lukken. Ik kon het dan ook niet afwachten om te mogen vertellen dat we vorig jaar duizenden larven hadden en dat deze ook gegeten hadden. Helaas zal hij het echte werk dat nog moet komen nooit meer mee mogen maken. Ik zal echter nog meer mijn steentje bijdragen dat ik zijn ongelijk kan bewijzen, ter ere van hem en die andere vissermannen die zo hard gewerkt hebben.

Sinterklaasintocht

Ik herinner me talloze sinterklaasintochten, die we volgens mij vanaf mijn geboorteuur in de Plutostraat aanschouwden, omdat de Sint en zijn Pieten daar langskwamen. De laatste was vandaag exact 2 weken geleden. Ik zat per toeval volgens mij voor het eerst in mijn leven naast mijn Ome Jan. Hij was opvallend relaxed en maakte de hele avond grappen en grollen. Ik heb die avond – hoe kort hij ook duurde – echt genoten van hem. Iedereen nam wijn, terwijl Ome Jan van mijn Tante Thea 3 kratten bier moest halen. Niemand nam oliebollen, want die hadden ze al gehad, terwijl Ome Jan 20 oliebollen had gehaald in opdracht van mijn tante Thea. En ze hadden ook nog een paar koude en warme happen ‘die er snel doorheen moesten’ voordat iedereen weer was was. Ook omdat ze beiden naar Wenen gingen de dag erna. Dat moest de visite diverse keren horen die avond, wat er allemaal wel niet op zou gaan.

Ik heb samen met hem als enige bier genomen – terwijl ik liever wijn heb – en terwijl deze zin eruit rolt achter mijn computer, voelt dat nu als een laatste proost op het leven van Ome Jan Job.

jan-job-kes